Vandaag een proef gedaan met azijnzuur en een indicator:
Azijnzuurgehalte in tafelazijn/schoonmaakazijn
Doel
- Leren omgaan met chemisch glaswerk
- Nauwkeurig leren titreren
- Rekenen aan zuren en basen
- Bepaling van de concentratie azijnzuur in tafelazijn/schoonmaakazijn
Inleiding
Tafel- of schoonmaakazijn is op te vatten als een oplossing van azijnzuur in water. De Warenwet schrijft voor dat er in tafelazijn tenminste 40 g azijnzuur per liter aanwezig moet zijn. Schoonmaakazijn bevat ongeveer 80 g azijnzuur per liter. De azijnzuur in oplossing kunnen we titreren met natronloog.
Deze reactie gaat als volgt: CH3COOH(aq) + OH- -----> H2O + CH3COO
Met de hoeveelheid getitreerde natronloog, van bekende concentratie, kunnen we nu de concentratie azijnzuur berekenen.
Bij het equivalentiepunt geldt namelijk: Volume(zuur) x conc.(zuur) = volume(loog) x conc.(loog)
Apparatuur en chemicaliën
Titreererlenmeyer, buret, 10 ml pipet (2x), maatkolf 100 ml, Tafel- of schoonmaakazijn, 0,1 M natronloog, indicatoroplossingen.
Werkwijze
Lees grondig de toelichting bij het titreerproces in Udo en Leene, deel III, paragraaf 2.4 (referentie 1) over de voorbereidende handelingen, het vullen, het aflezen en de titratie zelf.
Prepareer en vul de buret.
Pipetteer 10 ml tafel- of schoonmaakazijn in een 100 ml maatkolf.
Vul met demiwater aan tot de streep en schud goed.
Je hebt nu een verdunde azijnzuuroplossing.
Pipetteer 10 ml van de verdunde oplossing in een titreererlenmeyer.
Voeg als indicator3 druppels fenolftaleïen-oplossing toe.
Titreer met 0,1 M natronloog tot het equivalentiepunt.
Voer de titratie minimaal in duplo uit, waarbij het verschil tussen de duplo’s maximaal 0,2 ml mag zijn.
Bereken de concentratie van de tafel- of schoonmaakazijn.
Uitwerking
Verwerk de resultaten van je experiment in een verslag, waarbij de volgende punten aan de orde komen:
- Kleurverandering bij het equivalentiepunt
- Hoeveel ml 0,1 M natronloog is er nodig voor het bereiken van het equivalentiepunt?
- Berekening van de concentratie azijnzuur in de tafel- of schoonmaakazijn.
Middel de verschillende waarden.
Literatuur
Het chemisch practicum R. Udo en H.R. Leene
Eerste proef:
Beginstand 5,4ml
Eindstand 13,4ml
Delta: 8ml.
Conclusie: teveel oplossing.
Tweede proef:
Beginstand 13,4ml
Eindstand 20,6ml
Delta: 7,2ml.
Conclusie: afwijking 0,67% (druppel = 0,05ml)
Resultaat eerste twee proefjes:
Links no2, rechts no3.

Derde proef (met broomthymol):
Resultaten eerste proef:
Natronloog 5,4 ml -> 13,4 ml geeft 8 ml van 0,1M
10ml natuurazijn 8%
Toegevoegd 8*10^-3L x 0,1M = 0,0008 mol OH-
CH3COOH + OH- -> CH4COO- + H20
verhouding is 1 : 1
dus ook 0,0008M CH3COOH in de erlenmeyer
verdunt azijn = 10ml = 0,010L
[CH3COOH] = 0,008M : 0,010L = 0,08 mol/L (verdunt azijn)
[CH3COOH] = 0,08M * 10 = 0,8M
mailaire massa van Ch3COOH is 60,053 g/ml
pwe litter 0,8M * 60,053 g/mol = 48,0424 gram azijnzuur
4,8% azijnzuur => voldoet aan de richtlijn.
Resultaten tweede proef:
Natronloog 13,4 ml -> 20,6 ml geeft 7,2 ml van 0,1M
10ml natuurazijn 8%
Toegevoegd 7,2*10^-3L x 0,1M = 0,00072 mol OH-
CH3COOH + OH- -> CH4COO- + H20
verhouding is 1 : 1
dus ook 0,00072M CH3COOH in de erlenmeyer
verdunt azijn = 10ml = 0,010L
[CH3COOH] = 0,0072M : 0,010L = 0,072 mol/L (verdunt azijn)
[CH3COOH] = 0,072M * 10 = 0,72M
mailaire massa van Ch3COOH is 60,053 g/ml
pwe litter 0,72M * 60,053 g/mol = 43,23816 gram azijnzuur
4,3% azijnzuur => voldoet aan de richtlijn.
Conclusie:
In beide practica is aangetoond dat de hoeveelheid azijnzuur voldoet aan de richtlijn. De eerste proef heeft een te grote afwijking ten opzichte van de tweede. Zie de kleur. Daarentegen is toch aangetoond dat de richtlijn van 8% of minder gehanteerd is. Bovendien kan 1 druppel het verschil al uitmaken. Een druppel is ongeveer 0,05ml en komt overeen met <1%.
Reactie plaatsen
Reacties