De diepte in


Inleiding

Als competente docent mbo ben je in staat bent om kritisch naar je eigen beroepspraktijk en handelen te kijken, dat je open staat voor andere gezichtspunten en bereid bent om te experimenteren. Dat is gedrag van een leraar die het beste wil voor de studenten, collega’s en zichzelf. Deze zienswijze past bij Europese en landelijke richtlijnen voor hbo-onderwijs in het algemeen en lerarenopleidingen in het bijzonder. Naast dagelijkse werkzaamheden moet een hbo-afgestudeerde leraar in staat zijn om een bijdrage te leveren aan verbeteringen in de schoolpraktijk. Van een docent wordt gevraagd om samen met collega’s bij te dragen aan vernieuwingen in de school. Dit beroepsproduct leert je om een onderzoek in school op te zetten en uit te voeren.

 

Vormen van onderzoek

Tijdens PDG-bijeenkomsten van het eerste jaar wordt aandacht besteed aan het doen van onderzoek. Naast de bijeenkomsten zijn er diverse bronnen met uitleg over de verschillende vormen onderzoek.

In de PDG-opleiding kan je kiezen uit drie vormen van onderzoek:

 

Praktijkonderzoek

Eigen onderwijspraktijk op systematische wijze onder de loep nemen, in interactie met de omgeving. In praktijkonderzoek leg je verbindingen tussen de theorie en praktijk om in ontwikkeling te blijven. Praktijkonderzoek is verbonden aan de primaire processen van de onderwijspraktijk.

 

Didactisch ontwerponderzoek

Het is mogelijk de keuze te maken voor een vakdidactisch ontwerpgericht onderzoek, zoals dat wordt uitgevoerd door studenten van de tweedegraads lerarenopleiding. Dit is aan te bevelen wanneer je (op termijn) een tweedegraads bevoegdheid zou willen halen. Je doorloopt dan een ontwerpcyclus op basis van een eigen probleemanalyse die resulteert in ontwerpcriteria. Op basis van deze ontwerp-criteria ga je een (vak)didactisch ontwerp maken, uitvoeren en evalueren.

Onderzoeken die volgens deze opzet worden uitgevoerd zijn te combineren met bijvoorbeeld het beroepsproduct” In Beeld” of een beroepsproduct naar keuze.

 

Participatief (actie)onderzoek

Participatief onderzoek is empirisch onderzoek waarin betrokken (stakeholders) bij het onderwerp deelnemen als medeonderzoekers. Hierdoor ontstaat een gemêleerd gezelschap die allen met hun eigen verwachtingen en belangen aan het onderzoek deelnemen.

De onderzoeker werkt actief en gelijkwaardig samen met de deelnemers en heeft oog voor de verwachtingen en belangen van de deelnemers. Alle deelnemers beschikken door het actieonderzoek over meer inzicht in hun handelen en doen kennis op en worden zich bewust van de mogelijkheden om anders te handelen. Het participatief (actie)onderzoek heeft een eigen manier van beoordelen, zie beoordelingsformulier (informatie volgt)

Verplichte literatuur bij participatief onderzoek: Migchelbrink, (2016) De kern van participatief actieonderzoek.

 

Onderzoeksontwerp (participatief) actieonderzoek

De volgende onderwerpen of elementen moeten in jouw onderzoeksvoorstel actieonderzoek aan de orde komen:

  1. Beknopte probleem- of uitgangssituatie, eventueel diagnose
  2. De argumentatie voor je actieonderzoek
    1. Onderbouwing keuze voor actieonderzoek 

    2. Welk soort kennis wordt gezocht? 

  3. Het doel van je actieonderzoek
  4. De globale vraagstelling
  5.  Betrokkenen bij het actieonderzoek
    1. Wie zijn bij het AO betrokken? 

    2. Waarom zijn zij erbij betrokken? 

    3. De rol van de betrokkenen? 

    4. De rol van de onderzoeker?
  6.  De meervoudige processen in actieonderzoek 

    1. Het handelingsproces? 

    2. Het samenwerkings- en participatieproces? 

    3. Het reflectie- en leerproces? 

    4. Het onderzoeksproces? 

    5. Het veranderingsproces. Geef een korte beschrijving hoe jullie je dat voorstellen en wiewat doet in deze processen.
  7. De fasering van het actieonderzoek. Beschrijf de stappen of fasen die je volgt, geef daarbij ook de relatie aan tussen deze stappen. 

  8. De voorlopige uitwerking van het onderzoeksproces
Denk daarbij aan dataverzamelingstechnieken en databronnen en werkvormen van ervaringsgerichte methoden en technieken.
  9. Validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid. Wat doe je daarvoor/daaraan, hoe borg je dat?

 

Stappenplan onderzoek algemeen

In de eerste fase inventariseer je mogelijke onderwerpen in je eigen werkcontext.

In samenspraak met je werkplek, studiegenoten en begeleider scherp je je probleemstelling aan.

Vanuit de probleemstelling maak je de keuze voor een passende onderzoeksmethode.

Je beschrijft in je onderzoeksplan hoe je het onderzoek gaat aanpakken in jouw werkcontext op basis van de gekozen methode.

Je bespreekt je onderzoeksplan op je werkplek en met je studiegenoten en begeleider en stelt desgewenst bij, vervolgens lever je het onderzoeksplan ter beoordeling in bij je beoordelaar.

Na goedkeuring van het onderzoeksplan start je met de data verzameling.

Je verwerkt de onderzoeksgegevens op navolgbare wijze en trekt daaruit conclusies.

Je kunt de conclusies en wat je met deze kennis wilt doen bespreken op je werkplek in bijzijn van je begeleider.

Tenslotte lever je het onderzoeksverslag inclusief aanbevelingen en evaluatie ter beoordeling in bij de beoordelaar.

 

Onderzoeksbegeleider

Een opleider van de NHL Stenden Hogeschool is je onderzoeksbegeleider. Hij of zij gaat in op het proces van het doen van onderzoek en de producten die je levert. De begeleider geeft feedback op conceptversies van je onderzoeksplan en onderzoek.

 

Beoordeling

De beoordelaar is iemand anders dan je begeleider. De beoordelaar van het onderzoeksplan is dezelfde als die van het onderzoek. Na akkoord van de begeleider kun je het plan/onderzoek ter beoordeling indienen.

 

Beoordeling onderzoeksplan

De beoordelaar beoordeelt het onderzoeksplan aan de hand van het beoordelingsschema. (zie bijlage F). De beoordelaar focust daarbij op de vraag of het onderzoek op deze manier kan worden uitgevoerd. Bij een goedkeuring kan de beoordelaar suggesties voor aanpassing van het plan geven, die de student in overweging kan nemen. Bij een afkeuring dient de beoordelaar de keuze voor afkeuring toe te lichten onder de kopjes toelichting.

 

Beoordeling onderzoek

De beoordelaar leest het rapport en komt tot een oordeel op basis van de indicatoren in het beoordelingsschema. (zie bijlage G). Hij of zij geeft aan welke indicatoren wel en niet zijn voldaan. De indicatoren in de kolom voldoende moeten allemaal zijn behaald om tot een voldoende te komen. Bij een onvoldoende geeft de beoordelaar aan waarom hij/zij tot dit oordeel is gekomen onder argumentatie en/of opmerkingen.

Het eindoordeel wordt beoordeeld met een ‘onvoldoende’ als één of meer van de onderdelen als ‘onvoldoende’ is beoordeeld, met een ‘uitstekend’ als er zes of zeven keer ‘goed’ is gescoord, met een ‘goed’ als er vier of vijf keer ‘goed’ is gescoord en een ‘voldoende’ in de overige gevallen.

Bij een onvoldoende resultaat neem je het oordeel en het commentaar door met je begeleider en probeert tot een voldoende product te komen.

 

Koppeling met beoordelingscriteria PDG

Binnen het PDG-traject is het praktijkonderzoek een beroepsproduct. Voor de beoordeling van een beroepsproduct wordt steeds een variant van het formulier beoordelingsformulieren beroepsproducten (zie bijlage D) gebruikt. De nadere invulling van de variant is afhankelijk van je eigen selectie van de beoordelingscriteria. (zie bijlage B).

Maak inzichtelijk aan welke beoordelingscriteria je hebt gewerkt in het praktijkonderzoek en maak hier een reflectie van. In de reflectie maak je waarneembaar hoe het praktijkonderzoek heeft bijgedragen aan je eigen persoonlijke en professionele ontwikkeling in verbinding met de beoordelingscriteria die je hebt gekozen. Je NHL Stenden-begeleider beoordeelt de koppeling met de beoordelingscriteria PDG. (zie bijlage D).

 

Leervragen

Door het doen van onderzoek kan de student:

een probleem of ambitie in of met de eigen schoolomgeving identificeren;

dit praktijkprobleem zodanig richten dat je het in of met de eigen schoolomgeving in co-creatie kunt onderzoeken;

een onderzoeksplan uitwerken volgens een gekozen methode;

gegevens in de schoolpraktijk verzamelen en analyseren ter beantwoording van de onderzoeksvraag (= concluderen);

over een onderzoek rapporteren voor de eigen beroepsgroep;

door een onderzoekende houding vorm geven aan de eigen persoonlijke en professionele ontwikkeling.

 

Handige links bij het doen van praktijkonderzoek

Onderzoekende leraar in de school – videolink niet meer beschikbaar (22-01-2022)

https://mbo-today.nl/praktijkgericht-onderzoek-levert-resultaten-op/

https://www.youtube.com/watch?v=qrExFtW4TQo

 

Online colleges Praktijkonderzoek

De onderstaande korte kennisclips staan per fase van het onderzoek volgens het boek Praktijkonderzoek in de School. Hierin wordt kort aangegeven wat je in deze fase doet en wat dat oplevert voor je Plan van Aanpak en/of eindrapport.

De clips (links niet meer beschikbaar - 22-02-2022) worden gaandeweg aangevuld tot iedere fase in het onderzoek is besproken:

- Oriëntatiefase

- Richtfase

- Planfase

- Verzamelfase

- Analyse- en conclusiefase

 

Format Plan van aanpak en onderzoeksrapport

https://drive.google.com/file/d/0B6kaWVQ2aBiXTlVlR1lqSDMtZWc/view

 

Verplichte bronnen voor het praktijkonderzoek

De opleidingsliteratuur maakt deel uit van je bronnen

 

Aanbevolen bronnen voor het onderzoek

- Baarda, D. B. (2014). Dit is onderzoek!: handleiding voor kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Groningen: Noordhoff Uitgevers.

- Baarda, D. B., & Goede, M. D. (2006). Basisboek: handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwantitatief onderzoek. Groningen: Wolters-Noordhoff.

- Baarda, D. B., Fischer, T., Goede, M. D. & Peters, V. (2013) Basisboek kwalitatief onderzoek. Groningen: Noordhoff Uitgevers.

- Boeije, H. (2005). Analyseren in kwalitatief onderzoek. Denken en doen. Amsterdam: Boom.

- Wester, F. & Peters, V. (2004). Kwalitatieve analyse, uitgangspunten en procedures. Bussum: Coutinho.

- Cyrilla van der Donk en Bas van Lanen. Praktijkonderzoek in de school. Coutinho

- Petra Ponte, (2012) Onderwijs en onderzoek van eigen makelij, Onderzoek met en door leraren. Boom Lemma, Amsterdam.

 

Referenties

- HBO-raad (2011) Generieke kennisbasis tweedegraads lerarenopleidingen. (LINK) Den Haag: HBO-raad.

- Stichting Beroepskwaliteit Leraren (2006): Waar wij voor staan. De onderwijsagenda van de beroepsgroep. Den Haag: SBL.