Gisteren een goede bijeenkomst gehad. We zijn begonnen aan module 5. En een van de onderwerpen was het didactisch coachen. Hier kom ik later op terug.
Waar ik enorm van genoten heb is dat we in een andere werkgroep gezet waren. Ik vond het heel erg fijn om weer eens andere mensen te spreken en hun ervaringen te horen en te delen. Dit was voor mij zo'n enorme boost om de dag te beginnen. Merkte dat ik hier heel erg veel behoefte aan had.
Maar wat maakte dit zo fijn en interessant? Het feit dat we ervaringen uitdeelden met verhalen die anders zijn dan de verhalen uit je eigen werkgroepje. En die andere invloeden maakt het dat je gaat nadenken over hoe je het zelf doet. Inderdaad gebeurt dit ook in je eigen werkgroepje, dat klopt. Je merkt dat je toch op een gegeven moment vastloopt in je verhalen en ervaringen. Dan is het wisselen en schuiven hierin erf prettig en dynamisch. Dus Aldert: blijft wisselen!
Didactisch coachen. De theorie zegt:
- Uitgangspunt: leerlingen die les krijgen van leraren die hoge verwachtingen van hen hebben, presteren beter.
- Docentengedrag hierbij: vragen stellen, korte aanwijzingen en instructies, feedback, vriendelijkheid
- Een vliegwiel voor het leren
Het interessante hiervan is dat je continue moet beoordelen of de leerling maximaal presteert. En ik zelf moet naar mijn eigen taken als leraar kijken of het uitgangspunt wel voldoende bepaald is. Daarnaast moet de leerling (mag de leerling) mij als leraar beoordelen of mijn gedrag goed genoeg is. Op deze manier krijg je een balans waarbij zowel de leerling voldoende uitgedaagd wordt als de leraar voldoende de leerling uitdaagt om maximaal te leren. Dit leren is zowel bij de leerling als bij de leraar zichtbaar. Zonder die balans, beweging (vliegwiel) zal het proces uiteindelijk stil komen te staan.
Hoe maak ik dit zichtbaar tijdens mijn lessen? Toevallig zijn we bezig met het voorbereiden op een toets. De voorbereiding bestaat vandaag (ja, exact toevallig vandaag) uit het behandelen van oefenopgaven uit het dictaat. Hierbij zijn veel vragen deels opgebouwd uit rekensommetjes. En rekenen is wat over het algemeen lastig voor voor veel leerlingen. Wij zien steeds meer dat rekenen het doel geworden is van de lesstof en niet de inhoud meer. Naast de reguliere verplichte lesstof geven we ook les in rekenen. Dit zou niet de bedoeling moeten zijn, maar zonder rekenen is een groot deel van de lesstof niet leerbaar.
Tijdens het bespreken van de oefentoets merken we dat vooral de leerlingen vastlopen in het rekenen. We proberen ze bij te brengen dat de uitkomst overeen moet komen wat ze in de theorie geleerd hebben en dus zouden ze moeten verwachten wat de uitkomst is. Hiermee kunnen we wat doen als leraar.
Wat kunnen we hiermee doen? De juiste vragen stellen. Er zijn 3 categorie vragen om didactisch te coachen:
- CATEGORIE 1: GESLOTEN, RETORISCH wanneer was de slag bij Waterloo?
- CATEGORIE 2: STRATEGIE, LEERSTAND (MODUS) tot waar lukt het je om de opdracht te maken?
- CATEGORIE 3: LEERSTAND (MODUS) EN ZELFREGULATIE hoe kun je voorkomen dat je volgende keer weer te laat begint?
Als ik op een eenvoudige manier kijk naar bovenstaande 3 categorieën, dan zijn 1 & 2 vooral van toepassing bij onze horizontale instroom leerlingen. Deze groep kunnen we meer meenemen vanaf het startpunt van hun individuele kennis en niveau.
Bij onze verticale instromers zijn categorieën 2 & 3 meer van toepassing. Zij hebben al meer werk-ervaring en kennis. Hierdoor zitten zij ook verder in hun opleiding en dit betekend dat hun voor-kennis voldoende moet zijn of onder andere functionele en vakopleidingen te volgen. Lessen waar ik in lesgeef.
In het bovenstaande voorbeeld van het rekenen, merk je dat ze de theorie over het algemeen wel weten, maar het niet kunnen koppelen aan het beredeneren aan de hand van rekenen. Door categorie 3 vragen te stellen kunnen ze als het goed is, zelfstandig op een eenvoudige manier verder gaan.
Inderdaad was ik hier al onbewust mee bezig en nu kan ik deze theorie op een praktische bewuste manier inzetten.
Als energizer heb ik een padlet gemaakt. Iedereen moest op de kaart aangeven waar hij/zij heen wil gaan op vakantie als covid-19 dit toelaat. En dit was het resultaat:

Reactie plaatsen
Reacties