Reflectie over de eerste maanden opleiding.

Gepubliceerd op 28 december 2020 om 14:27

Om te beginnen: zoals op bovenstaande tekening voel ik mij dus niet! Voor de klas staan is iets wat mij makkelijker afgaat dan sommige andere functies die ik in het verleden uitgevoerd heb.
Ik las vanochtend in het Parool een interview met dhr. Henk de Vries, CEO van De Vries (FEADSHIP). Hierin stelde hij dat “Mijn mensen aansturen? Daar begin ik niet aan. Ik hoor het wel als er iets is. Ik kan nu heel goed niets doen zonder schuldgevoel. Na je 50ste moet je dat sowieso doen en na je 55ste ben je dat verplicht. Ik heb voor de oude Twijnstra gewerkt (van Twijnstra&Gudde, red.) Hij zei altijd: iemand van boven de 55 die nog hands on is, heeft het niet voor elkaar.” (Parool, 28 dec 2020).


Wat heeft dit onsamenhangend verhaal hierboven met mijn gevoel te maken? Allereerst ben ik dit jaar zelf 50 geworden en heb bewust de stap naar het onderwijs (eindelijk!) gemaakt. En wat ik het meest interessant vind van dit interview is de uitspraak dat de heer De Vries niemand aanstuurt. In het boek van Weggeman, M. (2007). ‘Leidinggeven aan professionals? Niet doen!’ wordt beschreven dat je hoogopgeleide mensen niet moet aansturen. Dit is heel erg herkenbaar als je in een omgeving werkt met mensen die hoogopgeleid zijn. Hierbij moet wel de definitie van hoogopgeleid bepaald worden. Algemeen wordt aangenomen dat hiermee bedoeld wordt, mensen die een afgeronde opleiding hebben die minimaal HTS oude stijl en/of academisch niveau hebben. Ik ga dit hier in deze blog niet betwisten. Wat interessant is, hoe jij als persoon een niveau ervaart. Zelf merk ik dat ik het erg prettig vind om met mensen om te gaan die mij uitdagen en dan vooral de mensen die ik zelf als intelligenter beschouw dan mijzelf. Uiteraard is dit niet in een IQ of EQ uit te drukken, maar (om dit te verduidelijken) mensen die mij iets kunnen leren en mij ook daadwerkelijk iets leren. En dat kan iedereen zijn.


Ok, dit verhaal wordt nog onduidelijker nu, maar ik kom echt wel ergens hiermee!


En met iedereen bedoel ik dan ook echt iedereen. Zolang je maar open staat voor anderen en een eigen verhaal hebt. En nu kom ik dus tot het punt wat ik wil bespreken. Want hoe heb ik de afgelopen 3 maanden ervaren als oudere student? Behoorlijk gemengd, dat zeker.
Eerst voelde ik me vrij. Die eerste (zeer warme) dag in Groningen voelde ik me heel erg vrij. Het was iets nieuws en zonder enige vorm van angst onderging ik die bijeenkomst, bijzonder ontspannen en met gezonde spanning eindige ik die dag!


Daarna viel alles een beetje weg en zat ik in een vorm van verwarring de bijeenkomsten bij te wonen. Dat vrije gevoel in Groningen was volledig overgenomen door verwarring. Verwarring omdat ik geen grip had op de studie, oplevermomenten en producten. Ik kon de opleiding niet meer koppelen aan het docentschap.


Na deze fase kwam ik in een gefocuste staat terecht. Ik besloot een doel te stellen, namelijk de opleiding maximaal af te ronden en docent te worden. Wat mij enorm geholpen heeft, zijn de gesprekken met mijn collega’s op het KMTO en zeker niet in de laatste plaats, mijn medestudenten in mijn werkgroep en de bezoekjes aan de verschillende mbo-scholen.


Hierna zat ik in een flow.


Tot de laatste paar bijeenkomsten. Ik begon me te ergeren aan sommige medestudenten die mij uit mijn flow haalden. Uiteraard leren we om met verschillende leerlingen om te gaan en professioneel te blijven. Maar op een bepaald moment realiseer je je dat we geen leerlingen zijn, maar werkende professionele volwassenen die betalen, veel betalen om deze studie te mogen volgen. Dit brengt verantwoordelijkheden met zich mee. En als ik dan het gevoel heb opnieuw als puber op de middelbare school te zitten met kinderen om mij heen die het allemaal zien als een spelletje, ben ik er wel snel klaar mee. De roos van Leary gooi ik op dat moment gewoon overboord en wil ik even mezelf zijn. Gelukkig kon ik dit goed bespreken met de coaches van school.

 

Daarnaast begon ik me te irriteren aan mensen die mij uit mijn flow halen door nadrukkelijk te zenden en niet te ontvangen.


Ik dacht terug aan mijn gefocuste staat. Die wilde ik terug halen. Mijn ergernissen leidde mij te veel af van mijn doel, namelijk zo goed mogelijk deze studie af te ronden en docent worden. In mijn werkgroep zit een vrouw die ik hoog heb zitten. Gelukkig kan ik goed met haar praten. Zij liet mij zien waar ik naartoe moest gaan en hoe ik dat kan bereiken. Zonder een specifieke naam te noemen is deze vrouw een persoon die mij uitdaagt om na te denken en mijn brein net iets meer te laten werken dan ik op dat moment zelf kan doen. Zij was even de pedagoog die ik op dat moment nodig had.


Ik probeer weer in een flow te komen.


En zo is het cirkeltje weer rond. Nu realiseer ik mij dat ook leren een wisselend en veranderd proces is. Dit helpt mij om een betere docent te worden. En wat relaties en verbindingen betreft?

Gebruik alleen die relaties en verbindingen die jou helpen, de rest neem je mee als ervaring.


Ik kom in een latere post terug op Leidinggeven aan professionals? Niet doen!


Fotobron: https://profielen.hr.nl/2019/stage-op-de-lerarenopleiding-onbevoegd-en-alleen-voor-de-klas-maar-met-salaris/

Weggeman, M. (2007). Leidinggeven aan professionals? Niet doen! Amsterdam, Nederland: Scriptum.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.