Op dit moment is ook een andere collega van mij, Frank S. bezig met de opleiding PDG. Hij volgt deze opleiding bij een ander opleidingsinstituut (NCOI) dan ik.
Dit vind ik heel erg interessant. Vandaag heb ik hem gevraagd of ik zijn portfolio mag inzien om te kijken hoe hij hiermee omgaat en wat hij moet aanleveren voor de opleiding.

Waarom ik juist nu gevraagd heb om zijn portfolio in te zien, is omdat ik halverwege de opleiding ben gekomen en steeds bewuster aan het worden ben van mijn docentschap en de ontwikkelingen die ik wil en moet doormaken om aan het kwalificatie dossier te voldoen. Dit kwalificatie dossier is door de overheid opgesteld en vastgelegd. Iedere mbo docent moet hieraan voldoen. Hoe dit bereikt wordt is aan het opleidingsinstituut zelf te bepalen.
En juist dat laatste maakt het erg interessant om eens in de keuken van een ander te kijken en te proeven.
Het portfolio van Frank is uitgebreid. Hij zal mei dit jaar afstuderen en is in principe verder in de opleiding dan ik. Zijn treintje, zijn missie, is een aantal stations verder dan mijn treintje.
Er vallen mij initieel een paar verschillen op. Mijn opleiding is erg praktisch ingericht en vooral vanuit het leggen van verbindingen opgebouwd. Hierbij wordt verwacht dat je als docent dicht bij jezelf en binnen je eigen invloedssfeer werkt met gebruik van bronnen. Bij het NCOI is de opleiding theoretischer. Een duidelijk verschil in opleiden.
Daarnaast zie ik dat er bij het NCOI gewerkt wordt vanuit vragen door de opleider naar de student. NHL Stenden werkt vanuit de vragen van de student aan de hand van de bijeenkomsten. Ik vermoed dat dit vooral te maken heeft met een tweetal punten.
NCOI is sterk in afstandsonderwijs. NHL Stenden is een Hogeschool met locatie onderwijs. Het kan zijn (een aanname van mij) dat het bewaken van de voortgang bepaald word door vooraf bepaalde vragen in de modules. Meer zenden dan ontvangen.
Het voldoen aan de eisen tot mbo docent betekend dat je die eisen moet aantonen. Het NCOI doet dit aan de hand van duidelijke vragen die de student kan beantwoorden en hiermee kan aantonen over de juiste onderzoekende kwalificaties te bezitten. NHL Stenden verwacht van de student vanaf het eerste moment een onderzoekende houding, net zoals dit van de mbo student verwacht wordt. Dit punt wordt versterkt doordat bij NHL Stenden gewerkt wordt in een grote groep (>45 pax) die in kleinere werkgroepjes (~4pax) onderverdeeld zijn. Maar wel les op locatie.
Daarnaast zie ik ook veel overeenkomsten. De rode lijn in beide opleidingen is het kwalificatie dossier. Gelukkig maar, want anders komen beide opleidingen tot een andere einde en docentschap. Dit zou niet goed zijn.
En het gebruik van bronnen. Dit staat los van de opleiding. We moeten onze eigen ontwikkeling koppelen aan bronnen. Dit is duidelijk zichtbaar bij mijn collega. Als ik eerlijk ben, een zeer sterk punt in zijn portfolio.
Wat leer ik hiervan? Ik leer vooral meer samen te werken met collega’s om een breder zichtsveld te creëren. En meer direct, mijn beroepsproducten duidelijker koppelen aan bronnen. Dit laatste was al duidenlijk geworden en nu is de tijd gekomen om dit verder en dieper uit te werken.
En ik ga de sterke punten van Frank zijn inzichten gebruiken om mezelf te verbeteren.
Frank en ik mogen dan wel verschillende routes volgen om ons PDG te halen, uiteindelijk worden we beiden bewust bekwame mbo-docenten. Ik ben trots op Frank wat hij tot nu toe bereikt heeft!
Reactie plaatsen
Reacties